Een weekje bij moeder

Woensdag 15 juni 2005
Iets over half twaalf ben ik bij moeders woning. Ze is nog niet terug van fysiotherapie en ik neem plaats op een der stoeltjes in de hal. Tegen de klok van twaalf komt ze met de rollator uit de lift gelopen. Ze straalt als ze me ziet. Eerst is er koffie. Moeder vertelt  over de fysiotherapie, het laatst gemaakte schilderij, de vele verschillende zorghulpen die bij haar over de vloer komen, haar blijheid dat ik eens een weekje kom logeren en nog veel meer.
's Avonds om half elf geeft moeder aan naar bed te gaan. Zoals ik me van vroeger herinner dekt ze eerst de tafel voor het ontbijt van de volgende dag. Eenmaal klaar wenst ze mij een goede nachtrust. Als moeder weg is haal ik vleeswaren, kaas en salade van tafel en plaats het beleg weer in de koelkast.
's Nachts, slapend op haar atelier, hoor ik tegen drieën gestommel. Het komt mij voor dat moeder her en der in huis aan het rommelen is. Ik dommel weg, echter beland na korte tijd weer tussen de levenden. Moeder is zeer actief! Wat ze allemaal aan het doen is weet ik niet, te horen is alleen geritsel. Ik houd me stil, hoop dat ze mijn kamer niet binnenkomt. Het is prettig te weten dat moeder zich reeds eerder heeft uitgelaten over momenten van woord- en gedachtenverlies.
 
Donderdag 16 juni 2005
Om zeven uur in de ochtend hoor ik moeder. Kort daarna klopt ze aan mijn deur en zegt dat het half acht is waarna ik me kan scheren en douchen. Om acht uur zitten we aan tafel. Moeder ruikt niet lekker en op een voorzichtige manier maak ik haar hierop attent waarop ze zegt straks met hulp te zullen douchen.
Om half negen komt de huishoudelijke hulp. Moeder praat vol lof over haar. Ruim voor dat tijdstip zijn we klaar met eten en loopt ze naar de kalender om te weten hoe laat de douche-hulp komt.  Voor zichzelf heeft ze voor de zekerheid in haar tasje  een persoonlijke agenda. Wel zo prettig omdat ze daarin afspraken bij kan houden. Op de kalender aan de muur schrijft iedereen en dat klopt niet altijd aldus moeder.
De bel gaat, te horen is het openen van de voordeur en de huishoudelijke hulp komt de woonkamer binnen. Moeder vraagt haar eerst boodschappen te doen, ze heeft al een lijstje gemaakt maar vraagt de jonge vrouw voor de zekerheid ook te kijken naar voorraad in de keuken en in de koelkast.
Ik loop met de huishoudelijke hulp mee als ze de boodschappen doet. Onderweg hoor ik dat moeder langzaam maar zeker achteruit gaat. Overdag is ze soms erg moe omdat ze 's nachts rommelt. Verder heeft ze geconstateerd dat moeder gebruikt bestek en borden zonder af te wassen bij het schone servies zet. 
Tijdens boodschappen krijg ik van de huishoudelijke hulp het advies alleen te halen wat op het lijstje staat. Dus niet in plaats van blinde vinken schnitzels of in plaats van bruin- witbrood kopen. Dat zorgt slechts voor verwarring. 
Als we weer terug bij moeder zijn wordt de wasmachine aangezet.
Ik neem bij moeder plaats aan de huiskamertafel. Ze loopt naar de kalender. Hardop vraagt ze zich af wanneer de douche-hulp komt, neemt weer plaats, pakt haar tasje en haalt haar agenda eruit. De bel rinkelt. Moeder staat moeizaam op, loopt met haar wandelstok naar de voordeur, opent deze en begroet een onbekende douche-hulp.

Vrijdag 17 juni 2005
Om half negen ontbijten we. Moeder maakt zich zorgen over afspraken voor vandaag, komt er nu wel of niet iemand van de thuiszorg. Soms is ze deze bezoekjes echt zat. Vanmiddag om half vier heeft ze een afspraak met de fysiotherapie, dat weet ze zeker. Precies negen uur gaat de bel. Moeder is nog niet klaar met ontbijten. Is dat thuiszorg vraag ik aan moeder. Ze reageert  "of ze komen me douchen of ze doen huishoudelijk werk". Even later stel ik me voor aan een jonge vrouw. Ze vraagt of moeder de map van de thuiszorg heeft. Moeder wijst naar het bureau, biedt haar een stoel aan en een ogenblik later wordt er in de map gebladerd en gelezen. De jonge vrouw in een smetteloos witte schortjurk kijkt plots verbaasd op en vraagt of moeder gisteren gedouched is.
"Gisteren ben ik gedouched!"
En u wilt vandaag nog een keer douchen?
"U bent er nu en ander werk zit er natuurlijk niet in?"
Nee, voor ander werk kom ik niet. Zullen we dan maar gaan douchen?
Moeder laat zich gemakkelijk overhalen te wachten met haar boterham om eerst te douchen.  Als ze klaar is en de douchehulp vertrokken vraag ik haar de map op haar bureau in te mogen zien.
"Oh, gerust, ga je gang! Weet echter wel bij anderen vind ik het niet zomaar goed!"

Op de map staat 'Status Verpleging en Verzorging'. De inhoud betreft onder meer moeders zorg-arrangement:
- huishoudelijke verzorging;
- persoonlijke verzorging miv 4 jan 2005;
- ondersteunende begeleiding miv 12 jan 2005;
- activerende begeleiding moet nog starten.
En geeft invulling aan de wekelijkse zorgafspraken met moeder:
- Maandag opstarthulp ongeveer om 10.00 uur
- Dinsdag hulp bij douchen, van 12.30 tot 15.30 huishoudelijke verzorging
- Woensdag opstarthulp ongeveer om 10.00 uur
- Donderdag hulp bij douchen, van 09.00 tot 12.00 huishoudelijke verzorging
- Vrijdag 09.00 uur begeleiding, opstarthulp ongeveer om 10.00 uur
- Zaterdag opstarthulp ongeveer om 10.00 uur
- Zo
 
Fysiotherapie krijgt moeder een paar keer per week. Daarvoor moet ze het huis uit en drie honderd meter lopen.
Het is tijd voor koffie. Wanneer we zitten te genieten vraagt moeder of ik in de middag meega naar de fysiotherapeut en als ik ja knik kijkt ze zeer tevreden.
Als het stil is lees ik  in de map dat moeder enige maanden geleden een geheugen-onderzoek heeft ondergaan. Ik vraag of moeder weet wat over haar genoteerd staat. "Jaja", zegt ze, "niet zo best, weinig vleiend." Na welke reactie ik mij verder verdiep in korte en bondige rapporten leidend tot de conclusie dat moeder de ziekte van Altzheimer heeft en dat er meerdere meldingen van verwarring zijn.
Om kwart voor één gaan we eten. Moeder heeft het voortdurend over al die afspraken met de thuiszorg en bijna nooit dezelfde mensen die haar helpen. Ze zegt er gek van te worden en stelt: "Het is een beperking van mijn vrijheid!"
Na moeders middagslaap en een kopje thee gaan we om drie uur naar de fysiotherapie. In de inspanningsruimte is het lekker koel, doet moeder rek- en strekoefeningen en eindigt met een speciale rugmassage.

Zaterdag 18 juni 2005
Vandaag omstreeks tien uur opstarthulp. Moeder noemt dit controle, ze vindt het flauwekul en voegt eraan toe dat ze toch niet zo stom is om haar medicijnen te vergeten. Ze begrijpt er geen bal van.
Ik doe boodschappen. Buiten is het reeds vroeg heel warm en ik ben blij als ik weer bij moeder ben. Ongerust vraagt ze zich af welke dag het is. Op tafel etaleer ik de boodschappen en leg er het bonnetje en retourgeld bij. Ze is tevreden!
Dan gaat de bel. Het is tien uur, opstarthulp. Moeder heeft haar nog niet eerder gezien. Dat is wederzijds. Mijn voorzet dat moeder zich nog niet gewassen heeft wordt niet ingekopt. De opstarthulp kijkt in de statusmap, drinkt koffie, vraagt hoe het met moeder gaat en is na twintig minuten weer vertrokken.
 
Zondag 19 juni 2005
Vanmorgen omstreeks kwart voor zeven opgestaan. Moeder is al op, rommelt, en verheugt er zich op straks naar de kerk te gaan. Vooral het feit dat ik meega doet haar plezier. Na het ontbijt vertrekken we om half negen. 

Maandag 20 juni 2005
Om half negen ontbijt. Moeder vraagt keer op keer hoe laat de thuiszorg komt en wanneer ze naar fysiotherapie moet. Ik stel haar voortdurend gerust en maak het mezelf voor een kort moment makkelijk door boodschappen te gaan doen. Terug begint moeder weer over de thuishulp en de fysiotherapie. Ik verschans me achter het lezen van de krant en laat haar dobberen. Gelukkig gaat de bel. Dat zal de opstarthulp van de thuiszorg zijn. Evenals zaterdag komt ook deze hulp enkel langs om te kijken of moeder aangekleed, gewassen en ontbeten heeft. Met de ervaring van zaterdag vraag ik haar heel direct of ze moeder niet kan helpen met douchen. Dat wijst ze af. Op een vriendelijke manier vertelt ze dat volgens plan hulp bij het douchen voor moeder geleidelijk aan uitgebreid zal worden echter op dit moment is geen menskracht beschikbaar.
Ik vertel de opstarthulp dat het moeder ergert zoveel verschillende zorgmensen over de vloer te krijgen en ik vraag haar of dit niet anders kan. De hulp zegt dat dit een groot probleem is. Zelf vindt ze een drietal vaste hulpen de beste oplossing en het meest rustgevende voor de cliënten maar dat komt er meestal niet van.
Na een half uurtje vertrekt ze weer.
Op het balconnetje is het dertig graden!
Moeder is zo blij als een kind dat ik wederom meega naar fysiotherapie. Na een half uur en een korte rugbehandeling vindt ze het genoeg, maakt een nieuwe afspraak en zegt teruglopend naar huis dat ze vanavond toch maar niet gaat zwemmen. Een beetje teveel van het goede. In de zon is het inmiddels 35 graden.

Dinsdag 21 juni 2005
Met moeder afgesproken dat ik vandaag vroeg naar huis vertrek. Om half zeven ontbijt. Bij het afscheid voel ik broosheid en beloof bij thuiskomst haar direct te bellen. Het is mooi geweest. Met gemengde gevoelens kijk ik achterom, zwaai ten afscheid en loop engiszins bedrukt naar het station.


Herman Bergensteen
7 februari 2008
Thuiszorg